Agapornis Pullaria
De Roodmasker Agapornis ook wel de Roodmaskerdwergpapagaai of Agapornis pullarius genoemd, komt van oorsprong uit West- en Equatoriaal-Afrika.
In 1908 ontdekt door Neumann.
Uiterlijk
De Pullaria is ongeveer 15 cm groot. Bij de volwassen man is het voorhoofd, schedeldek, de wangen en de bef oranjerood. Algemene lichaamskleur is groen; borst, buik, flanken en anaalstreek zijn meer geelachtig groen, de mantel groen. Het vleugeldek is groen en geeft een ietwat gehamerde indruk. De vleugelranden zijn bij de mannetjes vanaf de vleugelbocht een mengeling van donker ultramarijnblauwe en enkele hemelsblauwe veertjes. De ondervleugeldekveren zijn zwart. de grote vleugelpennen zijn donkergrijs tot zwart. De stuit is hemelsblauw. Bovenstaartdekveren groen, onderstaartdekveren meer geelachtig groen. De grote staartveren, die bijna geheel door de boven- en onderstaartdekveren worden bedekt, tonen vanaf de basis een rood-geel-en-zwarte dwarstekening; de uiteinden van de staart zijn groen. De snavel is tomaatrood. De oogring wordt gevormd door een smalle band van kleine witte en blauwe veertjes. De ogen zijn donkerbruin. De poten zijn grijs en de nagels donkergrijs.
Verzorging
Deze vogels zijn niet erg sterk en moeten zorgvuldig geacclimatiseerd worden. Hun dagelijks menu bestaat uit een mengsel van witzaad, gepelde haver, gierst, en zonnebloempitten in een verhouding van 2: 2: 2: 1. Daarbij zo af en toe wat groenvoer zullen ze op prijs stellen.
De Engelse benaming ‘lovebirds’ geeft al aan dat ze het beste als koppeltje gehouden kunnen worden, dit komt hun welzijn ten goede. Ze kunnen in een ruime volière ook goed samen met andere grotere vogels gehouden worden.
Kweek
Het maakt zijn nest in een termieten nest meestal in een boom of soms op de grond. Om een nest te maken graaft de pop een tunnel tot een lengte van 30 cm (11,8 inch) in een termieten nest in een kolonie met andere agaporniden.
Ze zijn moeilijk te fokken in gevangenschap, omdat ze willen graven om te nestelen en de kamer moet worden verwarmd tot ongeveer 27C (80F), maar ze kunnen ertoe worden aangespoord in kurk te graven om een nest te bouwen.
De Roodmasker Agapornis ook wel de Roodmaskerdwergpapagaai of Agapornis pullarius genoemd, komt van oorsprong uit West- en Equatoriaal-Afrika.
In 1908 ontdekt door Neumann.
Uiterlijk
De Pullaria is ongeveer 15 cm groot. Bij de volwassen man is het voorhoofd, schedeldek, de wangen en de bef oranjerood. Algemene lichaamskleur is groen; borst, buik, flanken en anaalstreek zijn meer geelachtig groen, de mantel groen. Het vleugeldek is groen en geeft een ietwat gehamerde indruk. De vleugelranden zijn bij de mannetjes vanaf de vleugelbocht een mengeling van donker ultramarijnblauwe en enkele hemelsblauwe veertjes. De ondervleugeldekveren zijn zwart. de grote vleugelpennen zijn donkergrijs tot zwart. De stuit is hemelsblauw. Bovenstaartdekveren groen, onderstaartdekveren meer geelachtig groen. De grote staartveren, die bijna geheel door de boven- en onderstaartdekveren worden bedekt, tonen vanaf de basis een rood-geel-en-zwarte dwarstekening; de uiteinden van de staart zijn groen. De snavel is tomaatrood. De oogring wordt gevormd door een smalle band van kleine witte en blauwe veertjes. De ogen zijn donkerbruin. De poten zijn grijs en de nagels donkergrijs.
Verzorging
Deze vogels zijn niet erg sterk en moeten zorgvuldig geacclimatiseerd worden. Hun dagelijks menu bestaat uit een mengsel van witzaad, gepelde haver, gierst, en zonnebloempitten in een verhouding van 2: 2: 2: 1. Daarbij zo af en toe wat groenvoer zullen ze op prijs stellen.
De Engelse benaming ‘lovebirds’ geeft al aan dat ze het beste als koppeltje gehouden kunnen worden, dit komt hun welzijn ten goede. Ze kunnen in een ruime volière ook goed samen met andere grotere vogels gehouden worden.
Kweek
Het maakt zijn nest in een termieten nest meestal in een boom of soms op de grond. Om een nest te maken graaft de pop een tunnel tot een lengte van 30 cm (11,8 inch) in een termieten nest in een kolonie met andere agaporniden.
Ze zijn moeilijk te fokken in gevangenschap, omdat ze willen graven om te nestelen en de kamer moet worden verwarmd tot ongeveer 27C (80F), maar ze kunnen ertoe worden aangespoord in kurk te graven om een nest te bouwen.